Volledig volmaakte oneetbare harde schijf der letteren
een vette plaagstoot bij het 20 jarige jubileum van de dbnl
men ontsluit gulzig een geschiedenis voor volk en vaderland
en gaat moeiteloos voorbij aan het trieste lot van de edele papiervis
die binnenkort geen boek meer heeft geen vouw geen ezelsoor
geen gebroken ruggetje om zich in te verstoppen
hier ik zou nu een regel willen schrijven die eindigt met ontpoppen
maar het papiervisje legt eieren. ik herdigitaliseer even een rij feitjes
van dier-en-natuur.infonu.nl voor u
voor het leggen van de eieren doen papiervisjes aan een soort paring
het mannetje en vrouwtje gaan tegenover elkaar staan en bewegen
met hun voelsprieten. na nog wat dansen laat het mannetje een
spermatofoor achter. dit is een pakketje met sperma. het vrouwtje
neemt deze op en bevrucht daarmee haar eieren.
en weer terug naar het gedicht. waar waren we ook alweer?
oh ja, bij de tevens met uisterveren bedreigde versnipperaar!
vlijtig openbaart men fakenews uit de jaren dertig
en slaat ampel acht op de scherpe tanden van de werkeloze shredder
die menig pennevrucht in opdracht van een met angst en beven getergde uitgever
kundig heeft vermaald
men tuigt een digitaal narrenschip op beladen met wijsbegeerte en flauwekul
die lusteloos bleke neus en flets leven verlichten van de vergeelde boekenwurm
waarmee ik niemand wil uitsluiten
vergeling wacht ons allemaal
komt dit gedicht nog eens af, politieke correcteling?
geen kruimel beklemd tussen pagina’s zelfs geen opgedroogd snotje
wordt nog langer door een nieuwsgierige lezer met vingernagel
van de bladzijde geschraapt en weggeschoten door een stille leeszaal
al ons gepieker gejammer en zelfbeklag
gecomprimeerd en opgeslagen
en toch moet het gevierd
die vooruitgang
totdat ons eigen vlees verdampt en wat er van ons overblijft
ook in een wolk kan worden geparkeerd
de versnipperaar mag ongeslepen naar het museum
het papiervisje krijgt een terrarium in de dierentuin
schrijvers lopen erlangs
ze bijten platzak op een houtje
op de IT-afdeling hangt men met een hete bitterbal in de mond
de onaangevreten slingers op